Mijn ego ontsluierd
Ik... jouw ego,
Liet je geloven dat er iets buiten jou was.
Een wereld waarin je kon schuilen
Zonder kon je niet leven.
Dit was niet waar, ik heb jou bedrogen.
Het is een illusie en dus verzonnen.
Je ging erin geloven.
Ik gebruikte mijn macht om te verhinderen,
Dat je zou ontdekken Wie je Werkelijk was.
Ik kon het jou zo goed verkopen dat jij erin geloofde.
Jij was je Goddelijke staat van Zijn vergeten.
Viel een ogenblik in slaap en... was totaal verloren.
Ik liet je geloven dat dit je werkelijke thuis was.
Liet je wegdromen, afdalen in duistere spelonken.
Ik kon je toch niet huiswaarts laten gaan!
Dit zou het einde zijn van mijn bestaan!
Jij had geen idee hoe onwaardig, bespottelijk,
Kleinzielig en decadent ik kon zijn.
Lange tijd vertrouwde je op mij
En kon ik heel geloofwaardig op je overkomen.
Maakte je wijs dat je schuldig en waardeloos was,
Dat je moest aanvallen en je recht opeisen.
Je werd zo moe en ziek
Van al die frustraties en ellende.
Maar als de nood het hoogst was
Kon je plots weer helder gaan denken
Je zag mij dan weer niet meer staan.
Helemaal in de ban van die nieuwe gedachten
Liet je mij gaan, had ik weer afgedaan.
Ik mocht de aftocht blazen.
Je zei dan ‘barst maar, ik sta nu zelf aan het roer
Je bent overbodig, ik neem het hier nu over.’
Even hield je het vol, je ging je weer beter voelen.
Maar al snel geloofde je opnieuw wat ik in je oor fluisterde.
Je dacht dat je een partner en meer geld nodig had.
Dat jij verschrikkelijk hard je best moest doen.
Je was verdrietig, voelde je waardeloos en verloren.
Wat heb ik je doen huilen, getreiterd en gepest.
Ik gaf je verslavingen aan vele deugddoende genoegens.
Bezorgde je angst waardoor je dacht,
Je grootsheid te hebben verloren.
Nooit meer kon terugkeren naar wat je ooit was.
Ik heb je het leven zuur gemaakt,
Je nachtenlang wakker gehouden.
Met kopzorgen en dromen over wat nog zou komen.
Jij was volkomen blind voor je liefdevolle kern.
Jij alleen had schuld aan je eigen ongemakken.
Jij verwarde mij met Jou en dat was je grootste vergissing.
Toch bleef ik je trouw want ik wist heel zeker.
Eens maak ik het zo bont...
Dat je wakker wordt uit je droom.
Maar dag na dag geloof je minder vaak in mij.
Mijn taak is bijna volbracht.
Want zo nu en dan ben je zomaar blij om wie je bent,
Kan ik geen voorwaarden meer bedenken.
Ik verzwak en schiet te kort.
Ik heb niets meer om mij aan vast te klampen.
Ik ben je ego, jouw grootste illusie.
Jouw onwerkelijk nietige dwaze zelf.
In werkelijkheid ben ik ... niets!
Onbestaande buiten jouw Geest.
Een betekenisloze gedachte.
Jij, Schepping van Eeuwig Leven, Licht en Liefde.
Wanneer je dit zult weten,
Vervaag en verdwijn ik vanzelf.
Vrijwillig stap ik op.
Jij zult dan om mij schaterlachen.
Je ziet mij dan zoals ik werkelijk ben, onbetrouwbaar, nietig… niets.
Dan weet jij, dat jij mij niet bent.
Je zult dankbaar zijn dat ik er een tijdje was.
Als klaslokaal om jouw geest te trainen.
Jij doorziet mij nu, hebt mij volledig ontraadseld.
Je laat iedereen je werkelijke Zelf zien
En duldt mij nog een tijdje buiten jou.
Nu je eenmaal bewust bent…
Buig ik diep voor Je Hemelse staat van Zijn.
Ik zal je dienen als mijn meester en je instrument zijn,
Om je Heiligheid uit te drukken.
In de resterende tijd,
Dat je nog in deze schijnbare droom vertoeven zult.
Jij ontwaakt nu...
Je bent onsterfelijke Geest en vrij.
Zo schiep God jou... zonder mij.
Je Ego
Liet je geloven dat er iets buiten jou was.
Een wereld waarin je kon schuilen
Zonder kon je niet leven.
Dit was niet waar, ik heb jou bedrogen.
Het is een illusie en dus verzonnen.
Je ging erin geloven.
Ik gebruikte mijn macht om te verhinderen,
Dat je zou ontdekken Wie je Werkelijk was.
Ik kon het jou zo goed verkopen dat jij erin geloofde.
Jij was je Goddelijke staat van Zijn vergeten.
Viel een ogenblik in slaap en... was totaal verloren.
Ik liet je geloven dat dit je werkelijke thuis was.
Liet je wegdromen, afdalen in duistere spelonken.
Ik kon je toch niet huiswaarts laten gaan!
Dit zou het einde zijn van mijn bestaan!
Jij had geen idee hoe onwaardig, bespottelijk,
Kleinzielig en decadent ik kon zijn.
Lange tijd vertrouwde je op mij
En kon ik heel geloofwaardig op je overkomen.
Maakte je wijs dat je schuldig en waardeloos was,
Dat je moest aanvallen en je recht opeisen.
Je werd zo moe en ziek
Van al die frustraties en ellende.
Maar als de nood het hoogst was
Kon je plots weer helder gaan denken
Je zag mij dan weer niet meer staan.
Helemaal in de ban van die nieuwe gedachten
Liet je mij gaan, had ik weer afgedaan.
Ik mocht de aftocht blazen.
Je zei dan ‘barst maar, ik sta nu zelf aan het roer
Je bent overbodig, ik neem het hier nu over.’
Even hield je het vol, je ging je weer beter voelen.
Maar al snel geloofde je opnieuw wat ik in je oor fluisterde.
Je dacht dat je een partner en meer geld nodig had.
Dat jij verschrikkelijk hard je best moest doen.
Je was verdrietig, voelde je waardeloos en verloren.
Wat heb ik je doen huilen, getreiterd en gepest.
Ik gaf je verslavingen aan vele deugddoende genoegens.
Bezorgde je angst waardoor je dacht,
Je grootsheid te hebben verloren.
Nooit meer kon terugkeren naar wat je ooit was.
Ik heb je het leven zuur gemaakt,
Je nachtenlang wakker gehouden.
Met kopzorgen en dromen over wat nog zou komen.
Jij was volkomen blind voor je liefdevolle kern.
Jij alleen had schuld aan je eigen ongemakken.
Jij verwarde mij met Jou en dat was je grootste vergissing.
Toch bleef ik je trouw want ik wist heel zeker.
Eens maak ik het zo bont...
Dat je wakker wordt uit je droom.
Maar dag na dag geloof je minder vaak in mij.
Mijn taak is bijna volbracht.
Want zo nu en dan ben je zomaar blij om wie je bent,
Kan ik geen voorwaarden meer bedenken.
Ik verzwak en schiet te kort.
Ik heb niets meer om mij aan vast te klampen.
Ik ben je ego, jouw grootste illusie.
Jouw onwerkelijk nietige dwaze zelf.
In werkelijkheid ben ik ... niets!
Onbestaande buiten jouw Geest.
Een betekenisloze gedachte.
Jij, Schepping van Eeuwig Leven, Licht en Liefde.
Wanneer je dit zult weten,
Vervaag en verdwijn ik vanzelf.
Vrijwillig stap ik op.
Jij zult dan om mij schaterlachen.
Je ziet mij dan zoals ik werkelijk ben, onbetrouwbaar, nietig… niets.
Dan weet jij, dat jij mij niet bent.
Je zult dankbaar zijn dat ik er een tijdje was.
Als klaslokaal om jouw geest te trainen.
Jij doorziet mij nu, hebt mij volledig ontraadseld.
Je laat iedereen je werkelijke Zelf zien
En duldt mij nog een tijdje buiten jou.
Nu je eenmaal bewust bent…
Buig ik diep voor Je Hemelse staat van Zijn.
Ik zal je dienen als mijn meester en je instrument zijn,
Om je Heiligheid uit te drukken.
In de resterende tijd,
Dat je nog in deze schijnbare droom vertoeven zult.
Jij ontwaakt nu...
Je bent onsterfelijke Geest en vrij.
Zo schiep God jou... zonder mij.
Je Ego